Weekend met het gezin (teksten in het Pools voor beginners)

Weekend z rodziną

W sobotę pojechałem z rodziną do dziadków na wieś. Moja mama przygotowała ciasto, a tata prowadził samochód. Jechaliśmy dwie godziny.

Na miejscu czekała na nas babcia z obiadem. Dziadek pokazał mi swój ogród i pozwolił mi zbierać truskawki. Moja siostra bawiła się z kotem.

Po obiedzie poszliśmy na spacer do lasu. Mój brat zrobił dużo zdjęć jak zbierałem grzyby. Wieczorem graliśmy razem w gry planszowe.

To był bardzo miły dzień z rodziną. Lubię takie weekendy.

Weekend met het gezin

Op zaterdag ben ik met mijn gezin naar mijn grootouders op het platteland gegaan. Mijn moeder had een taart gebakken en mijn vader reed. We hebben twee uur gereden.

Toen we aankwamen, stond oma klaar met de lunch. Opa liet me zijn tuin zien en mocht ik aardbeien plukken. Mijn zus speelde met de kat.

Na de lunch zijn we gaan wandelen in het bos. Mijn broer heeft veel foto's gemaakt terwijl ik paddenstoelen plukte. 's Avonds hebben we samen bordspelletjes gespeeld.

Het was een heel gezellige dag met mijn familie. Ik hou van zulke weekenden.