top of page

Test your Polish

Polish Proficiency Test for Beginners

Voegwoorden in het Pools

ree

Samenvoegingen in het Pools (spójniki) zijn woorden die woorden, woordgroepen of bijzinnen in een zin met elkaar verbinden. Ze helpen om complexere en betekenisvollere zinnen te vormen door relaties tussen verschillende zinsdelen te benadrukken.

Voegwoord

Betekenis

Voorbeeld (Pools)

Vertaling (Nederlands)

i

en

Mam brata i siostrę.

Ik heb een broer en een zus.

oraz

evenals

Spotkaliśmy nauczyciela oraz dyrektora.

We ontmoetten de leraar evenals de directeur.

ale

maar

Lubię lato, ale nie znoszę upałów.

Ik hou van de zomer, maar ik kan de hitte niet uitstaan.

lecz

maar

Chciałem odpocząć, lecz miałem za dużo pracy.

Ik wilde rusten, maar ik had te veel werk.

lub

of

Możesz napisać maila lub zadzwonić.

Je kunt een e-mail sturen of bellen.

albo

of (wel)

Albo skończysz to dziś, albo jutro rano.

Of je het vandaag afmaakt, of morgenochtend.

więc

dus, daarom

Nie miałem biletu, więc nie wszedłem do środka.

Ik had geen ticket, dus ben ik niet naar binnen gegaan.

bo

omdat

Muszę zostać w domu, bo mam gości.

Ik moet thuisblijven omdat ik gasten heb.

ponieważ

omdat, aangezien

Zostali w środku, ponieważ było zimno.

Ze bleven binnen omdat het koud was.

żeby

zodat, om te

Wyszedłem wcześniej, żeby zdążyć na autobus.

Ik ging eerder weg zodat ik de bus kon halen.

chociaż

hoewel

Chociaż była późna godzina, wciąż pracowali.

Hoewel het laat was, werkten ze nog steeds.

mimo że

ondanks dat

Mimo że był zmęczony, nie przestał biegać.

Ondanks dat hij moe was, stopte hij niet met rennen.

jeżeli

als

Jeżeli nie odpowie, wyślij wiadomość jeszcze raz.

Als hij niet antwoordt, stuur het bericht dan opnieuw.

jeśli

als

Jeśli się spieszysz, weź taksówkę.

Als je haast hebt, neem dan een taxi.

gdy

terwijl

Gdy rozmawialiśmy, zadzwonił telefon.

Terwijl we praatten, ging de telefoon.

kiedy

wanneer

Kiedy zadzwoniła, byłem już w drodze.

Toen ze belde, was ik al onderweg.

jak

zoals

Zrobił to dokładnie jak ja.

Hij deed het precies zoals ik.

niż

dan

Lepiej gotuje niż jej siostra.

Ze kookt beter dan haar zus.


 
 

Polish Online Classes

A1

Polish A1 Class

Absolute Beginners

A1/A2

Polish A1/A2 Class

Continuation for Beginners

A2

Polish A2 Class

Pre-intermediate

bottom of page