Voegwoorden in het Pools
- Learn Polski
- May 8
- 2 min read

Samenvoegingen in het Pools (spójniki) zijn woorden die woorden, woordgroepen of bijzinnen in een zin met elkaar verbinden. Ze helpen om complexere en betekenisvollere zinnen te vormen door relaties tussen verschillende zinsdelen te benadrukken.
Voegwoord | Betekenis | Voorbeeld (Pools) | Vertaling (Nederlands) |
i | en | Mam brata i siostrę. | Ik heb een broer en een zus. |
oraz | evenals | Spotkaliśmy nauczyciela oraz dyrektora. | We ontmoetten de leraar evenals de directeur. |
ale | maar | Lubię lato, ale nie znoszę upałów. | Ik hou van de zomer, maar ik kan de hitte niet uitstaan. |
lecz | maar | Chciałem odpocząć, lecz miałem za dużo pracy. | Ik wilde rusten, maar ik had te veel werk. |
lub | of | Możesz napisać maila lub zadzwonić. | Je kunt een e-mail sturen of bellen. |
albo | of (wel) | Albo skończysz to dziś, albo jutro rano. | Of je het vandaag afmaakt, of morgenochtend. |
więc | dus, daarom | Nie miałem biletu, więc nie wszedłem do środka. | Ik had geen ticket, dus ben ik niet naar binnen gegaan. |
bo | omdat | Muszę zostać w domu, bo mam gości. | Ik moet thuisblijven omdat ik gasten heb. |
ponieważ | omdat, aangezien | Zostali w środku, ponieważ było zimno. | Ze bleven binnen omdat het koud was. |
żeby | zodat, om te | Wyszedłem wcześniej, żeby zdążyć na autobus. | Ik ging eerder weg zodat ik de bus kon halen. |
chociaż | hoewel | Chociaż była późna godzina, wciąż pracowali. | Hoewel het laat was, werkten ze nog steeds. |
mimo że | ondanks dat | Mimo że był zmęczony, nie przestał biegać. | Ondanks dat hij moe was, stopte hij niet met rennen. |
jeżeli | als | Jeżeli nie odpowie, wyślij wiadomość jeszcze raz. | Als hij niet antwoordt, stuur het bericht dan opnieuw. |
jeśli | als | Jeśli się spieszysz, weź taksówkę. | Als je haast hebt, neem dan een taxi. |
gdy | terwijl | Gdy rozmawialiśmy, zadzwonił telefon. | Terwijl we praatten, ging de telefoon. |
kiedy | wanneer | Kiedy zadzwoniła, byłem już w drodze. | Toen ze belde, was ik al onderweg. |
jak | zoals | Zrobił to dokładnie jak ja. | Hij deed het precies zoals ik. |
niż | dan | Lepiej gotuje niż jej siostra. | Ze kookt beter dan haar zus. |